Gisteren
presenteerde Mark Rutte zich in een interview met de Financial Times als de
grote empathische leider die anders dan het merendeel van zijn Europese
collega's de populistische revolte wèl had begrepen en hen daar wel even over
zou onderhouden. De EU zou zichzelf over de klif jagen, aldus Rutte, als zij
haar ambities niet zou terugschroeven en als politici van de middenpartijen
niet eindelijk de bezwaren van burgers tegen meer Europa serieus zouden gaan
nemen.
Er stonden
nog meer mooie quotes in het interview.
Neem deze:
"We moeten ophouden te klagen over kiezers die op AfD, Wilders of Le Pen
stemmen. De keizer heeft altijd gelijk. Als zij bij ons weglopen moeten wij ze
laten zien dat we beter dan anderen in staat zijn problemen effectief op te
lossen."
Of deze:
"Als je van Europa houdt, moet je ophouden met dromen over een federaal
Europa en moet je beginnen met het oplossen van problemen. Als je dat niet doet
loop je grote risico's."
Het klinkt
stoer en euroskeptisch, maar schuurt flink met zijn politieke daden. Zes jaar
lang is Rutte namelijk een van de dragende figuren geweest van de hardvochtige
begrotingspolitiek die Duitsland over de eurozone heeft uitgerold die
miljoenen Europeanen aan de bedelstaf heeft gebracht. De steun van Rutte voor aangescherpte
begrotingsnormen heeft een Brusselse machtsgreep gelegitimeerd, het nationale
begrotingsrecht uitgehold en democratische zeggenschap verzwakt. Het is een
raadsel hoe je dat minder Brussel kunt noemen.
Wat Rutte hier laat zien is een
vorm van populisme die we de komende maanden meer kunnen gaan waarnemen. Voor de bühne de
boze burger naar de mond praten en in de gangen van de macht op de oude voet
doorgaan. Het is opnieuw een blijk van electorale minachting: alsof de kiezer
niet in de smiezen heeft hoe onwaarachtig deze retoriek is.
Als je de
zorgen van burgers echt serieus neemt, begin je met de erkenning dat de euro
een rampzalige mislukking is gebleken en biedt je daarvoor namens je voorgangers je welgemeende excuses aan.
Dit soort gratuite oproepen tot minder Brussel zijn praatjes voor de vaak waar de kiezer niet in trapt.