Schaamteloosheid UvA economen kent geen
grenzen
In de Volkskrant van 13 Maart verwijt UvA
econoom Arthur Schram de UvA studenten die nu al weer een aantal weken het
Maagdenhuis bezet houden de “plank volledig mis te slaan”. In het Financieel
Dagblad van 17 Maart zetten decaan en vice-decanen, Han van Dissel, Roel
Beetsma en Marc Salomon, met voorbijgaan aan de kritiek van politieke
wetenschapper Eva Schram in de Volkrant van afgelopen zaterdag op het betoog
van haar vader, de argumentatie van econoom Schram nog eens even dik aan. Zoals
economen dat gewoon zijn, gebeurt dat met verdraaiing van begrippen en op basis
van veronderstellingen die met de werkelijkheid weinig van doen hebben.
Arthur Schram verdedigt het rendementsdenken
met een beroep op een efficiente besteding van belastinggeld. Met de introductie
van een professioneel management werd die efficiëntie beter gediend dan onder
de stroperige democratische instituties van de jaren zeventig. Maar als we voor
zijn eigen faculteit, de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) bekijken wat
professioneel management van de jaren negentig tot heden inhield, dan moeten we
allereerst constateren dat van zogenaamde professionals geen sprake was.
Gedurende lange tijd was een ontwikkelingseconoom benoemd als decaan, en
vervolgens een Groningse econometrist. Zelfs als we beide heren zien als “professioneel
bestuurders”, dan betekent dat nog niet dat de FEB ook professioneel werd
bestuurd. Schram laat onbesproken dat onder beide decanen een organisatie werd
opgetuigd die een loopje nam met de boekhoudregels van de UvA als geheel, wat
leidde tot het ontslag op staande voet van de tweede decaan, en tot een
ingrijpende reorganisatie van de hele faculteit. Om een idee te geven, het
tekort in de boeken bleek, begin januari 2010, niet 1 miljoen Euro te zijn,
maar 7,5. Op een begroting van zo’n 35 miljoen.
Tot zover, zou je denken, economenpraatjes
over professioneel bestuur en een efficiënte besteding van belastinggeld. De
bezettende studenten, en sympathiserende docenten, hebben, zou je ook denken,
groot gelijk dat ze volledige inzage vragen in de financiële gegevens van de
Faculteit Geesteswetenschappen en ook inspraak willen in eventueel te nemen
stappen om een eventueel tekort te dekken. Maar daar komen decaan en
vice-decanen van de FEB met een bijdrage in het Financieel Dagblad die het doet
voorkomen alsof er pas na de
reorganisatie van 2010 sprake was van professioneel bestuur, nadat er gewied
was in zogenaamd minder presterende onderzoeksgroepen en nog zo wat. Daarmee
een causaliteit suggererend tussen het slechte functioneren van de FEB en
dergelijke onderzoeksgroepen. Geen woord over de financiële puinhoop die er
onder het toeziend oog van de heren hoogleraren, alles natuurlijk heel
professioneel, op deze faculteit was ontstaan. Inderdaad moeten economen het
meestal van de suggestie van bewijs hebben, en dat is ook hier het geval. Je
hoeft echt geen hoogleraar economie te zijn om te begrijpen dat als je 60 op de
320 arbeidsplaatsen schrapt en je de bijkomende kosten op de UvA als geheel
kunt afwentelen, zoals in deze reorganisatie het geval was, de begroting er
weer een stuk vrolijker uitziet. Dat heeft allemaal helemaal niets te maken met
de kwaliteit van individuele onderzoeksgroepen.
Maar het verhaal van de UvA economen is helaas
nog schaamtelozer. Vice-decaan Roel Beetsma is een hoogleraar macro-economie
die het presteert zijn promotie-studenten te vragen werkcolleges niet voor te
bereiden omdat die tijd beter aan het proefschrift kan worden besteed, en die,
bijvoorbeeld, weigert college te geven over de Grote Depressie in het
eerstejaars college macro-economie, omdat hij daar niets van weet, of liever,
omdat het hem teveel tijd kost zich daarin te verdiepen. Dat zo’n hoogleraar
het presteert om over de verbeterde kwaliteit van de FEB te praten, en dat ook
nog doet met een beroep op “historisch inzicht” is niets minder dan een gotspe.
En ook de wendbaarheid van decaan Van Dissel kent geen grenzen.Na eerst een
brief te ondertekenen waarin de loftrompet wordt gestoken over het goede
resultaat dat door het opheffen van onderzoeksgroepen is bereikt, presteert hij
het nog geen dag later in een publiek debat op de economie faculteit te melden
dat opheffen van de onderzoeksgroep Geschiedenis en Methodologie van de
Economie achteraf niet zo’n goed idee was. Wil de ware Van Dissel nu opstaan?
Full disclosure: ondergetekende hoorde bij deze
laatste onderrzoeksgroep, had op dat moment een VIDI-beurs, een beurs voor
excellente onderzoekers van NWO, en werkt ondertussen tot zijn grote
tevredenheid aan de Universiteit van Lausanne, dat zijn taak aan de gemeenschap
wel serieus neemt. Onder de overige slachtoffers bevonden zich de huidige
vice-voorzitter van de British Academy en hoogleraar aan de London School of
Economics, een ERC-laureaat die met zijn Europese miljoenenbeurs zeer welkom
was in Cambridge, en een student die met een prestigieuze en zeer competitieve
Rubicon-beurs naar Yale is vertrokken. Maar economen hebben, zoals ze de
afgelopen jaren afdoende hebben laten zien, een broertje dood aan geschiedenis
en reflectie op hun eigen vakgebied, dus zijn zo’n club slimme lastposten
liever kwijt dan rijk. UvA-studenten en medewerkers: jullie hebben groot
gelijk, en laat je door UvA-economen geen oor aannaaien.
Harro Maas
Hoogleraar geschiedenis van de economie
Centre Walras-Pareto
for the history of economic and poltiical thought
University of Lausanne
No comments:
Post a Comment